Drempels

Uit: ‘To Bless the Space between us’, John O'Donohue, (vert. JdV)  

      
In de greep van de winter is de lente bijna niet voor te stellen. Het grauwe, vergane landschap is van kleur ontdaan. Alleen maar somberheid ontmoet het oog; alles lijkt streng en scherp.

De winter is het oudste seizoen; het heeft een bepaalde kwaliteit, iets van het absolute.

Maar onder de oppervlakte van de winter is het wonder van de lente al in voorbereiding; de kou neemt af; zaden worden wakker. Kleuren beginnen zich voor te stellen hoe ze zullen terugkeren. Dan gaat er onmerkbaar ergens een knop open en is de symfonie van vernieuwing onomkeerbaar. Uit het zwarte hart van de winter komt een wonderbaarlijke, ademende overvloed van kleur naar voren.
De schoonheid van de natuur staat erop om de tijd te nemen. Alles is voorbereid. Niets wordt overhaast. Het ritme van de verschijning is een geleidelijke, langzame slag die altijd voortschrijdt; verandering blijft zichzelf trouw totdat het nieuwe zich ontvouwt in het volle vertrouwen op een zekere komst. Omdat niets abrupt is, worden we bijna altijd verrast door het begin van de lente. Het is er voordat we het zien; en vervolgens kunnen we nergens naar kijken zonder het te zien.
Verandering komt in de natuur wanneer de tijd rijp is. Er zijn geen grillige overgangen of grove discontinuïteiten. Dit verklaart de zekerheid waarmee het ene seizoen het andere opvolgt. Het is alsof ze bewegen in een ritme vanuit een continuüm.

Veranderen is één van de grote dromen van elk hart - de beperkingen, de saaiheid, de banaliteit of de pijn veranderen… We kijken zo vaak terug op gedragspatronen, het soort beslissingen dat we herhaaldelijk nemen en die ons niet goed hebben gediend, en we streven naar een nieuw en succesvoller pad of een nieuwe manier van leven. Maar verandering is moeilijk voor ons. Al te vaak kiezen we ervoor om een oud patroon voort te zetten, in plaats van het gevaar van verschil te riskeren. Ook worden we vaak verrast door veranderingen die uit het niets lijken te komen.
Of we zien onszelf een nieuwe drempel overschrijden die we nooit hadden verwacht.
Zoals de lente stiekem aan het werk is in het hart van de winter, zijn onder de oppervlakte van ons leven enorme veranderingen gaande. We vermoeden dit zelfs niet. En als dan de greep van de aloude wintermentaliteit begint los te laten, voelen we ons kwetsbaar in de bloei van mogelijkheden en zijn we plotseling aan het onderhandelen over de uitdaging van een drempel.

Je kunt je op elk moment afvragen: op welke drempel sta ik nu? Waarvan vertrek ik op dit moment in mijn leven? Waar sta ik op het punt een nieuwe ruimte binnen te gaan?
Wat weerhoudt mij ervan mijn volgende drempel te overschrijden? En: wat heb ik nodig om dit wel te kunnen doen?
Een drempel is geen simpele grens; het is een grens die twee verschillende territoria, ritmes en sferen verdeelt. Het is inderdaad een prachtig getuigenis van de volheid en integriteit van een ervaring of een levensfase die tegen het einde intenser wordt tot een echte grens, die niet kan worden overschreden zonder dat het hart er hartstochtelijk bij wordt betrokken en wakker geschud. Op zo een drempel komt een grote complexiteit van emoties tot leven: verwarring, angst, opwinding, verdriet, hoop… Dit is één van de redenen waarom een ​​dergelijke vitale oversteek in vroeger tijden altijd met ritueel werd omkleed.
Het is verstandig om in je eigen leven de belangrijke drempels te herkennen en erkennen; om de tijd te nemen; om alle variëteiten van aanwezigheid die daar opduiken te voelen en om met onverdeelde aandacht naar binnen te luisteren; net zo lang totdat je de innerlijke stem hoort die jou uitnodigt: Het is tijd om over te steken!

Een nieuwe drempel erkennen en overschrijden is altijd een uitdaging. Het vereist moed en ook een gevoel van vertrouwen in wat er op je toe komt. Dit wordt essentieel wanneer er plotseling een drempel voor je opdoemt of een afgrond zich voor je voeten opent, waarop je niet was voorbereid. Dit kan bijvoorbeeld een ziekte, lijden of verlies zijn.
Omdat we zo betrokken zijn bij de wereld, vergeten we meestal hoe kwetsbaar het leven kan zijn en hoe kwetsbaar we altijd zijn. Het leven heeft maar een paar seconden nodig om   onomkeerbaar te veranderen. Plotseling sta je op totaal vreemde grond en moet een nieuwe levensloop worden omarmd.
Op zulke momenten hebben we vooral zegen en bescherming nodig.
Je kijkt terug op het leven dat je een paar uur eerder nog leefde en het lijkt plotseling heel ver weg…
Realiseer je eens even, dat ergens op de wereld zojuist iemands leven totaal is veranderd; onherroepelijk, permanent en niet per sé ten goede. Alles wat ooit zo stabiel en betrouwbaar was, moet nu een nieuwe manier van zich ontvouwen vinden.

Hoewel we elkaars namen kennen en elkaars gezichten herkennen, weten we nooit welke bestemming een leven heeft. Het script van de individuele bestemming is geheim; het is verborgen achter en onder de opeenvolging van gebeurtenissen, die zich voortdurend voor ons ontvouwen. Elk leven is een mysterie dat uiteindelijk niet toegankelijk is voor het inzicht of de vragen van ons bewustzijn. Dat we hier zijn, is een geweldige bevestiging; op de een of andere manier had het leven ons nodig en wilde het dat we er zouden zijn.
Het voelen en vertrouwen van deze oorspronkelijke acceptatie, kan een enorme bron van vertrouwen in het hart openen. Het kan ons bevrijden tot natuurlijke moed die angst uitdrijft en ons leven opent voor ontdekkingsreizen, creativiteit en mededogen.
Een drempel hoeft geen bedreiging te zijn; het kan een uitnodiging en een belofte betekenen!
Wat er ook komt, het grote sacrament van het leven zal ons trouw blijven en ons altijd zegenen met zichtbare tekenen van onzichtbare genade.

We hoeven alleen maar te vertrouwen.